Bouwen aan een digitale fundering

In 2022 verwacht het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) weer een forse groei in de bouwsector. Groeien is voor veel bouwbedrijven zo makkelijk nog niet in een sector die zich kenmerkt door een krappe arbeidsmarkt, hoge faalkosten en toenemende milieubezwaren. Meer doen met minder mensen is nog geen eenvoudige klus. Bouwbedrijven die profijt willen maken van de groeipotentie, zullen efficiënter moeten gaan werken.

Toch verloopt de digitalisering in de bouw nog moeizaam. Uit onderzoek van Canon blijkt dat 83% van de bouwbedrijven niet tevreden is over de snelheid waarmee de ontwerp- en bouwprocessen worden gedigitaliseerd. Daarbij ziet 48% van de respondenten uit de sector het digitaliseren van interne en externe processen zelfs als een topprioriteit. Onder een ruime meerderheid van 85% is men van mening dat digitalisering voor een reductie van faalkosten kan zorgen.

Het doorlopen van een digitale transformatie is vaak een proces van de lange adem. Sander Jongsma, CEO van bouw7 (onderdeel van softwarebedrijf Exact) legt uit hoe je de digitalisering van een bouwbedrijf kunt inkaderen in vier fasen en wat het belang is van een digitaal fundament.

Fase 1 en 2

Bij bouwbedrijven in fase één vinden de meeste processen nog analoog plaats. Er wordt vooral met papier gewerkt op kantoor en op de bouwplaats, Excel wordt gebruikt voor de administratie. Veel bouwbedrijven uit het mkb bevinden zich in deze fase.
Een stapje hoger, in fase twee, kom je bedrijven tegen die al wat verder zijn in het digitale proces. Op kantoor maken ze gebruik van een ERP-systeem waarin alle data wordt verzameld. De informatie wordt echter wel nog steeds op papier uitgewisseld tussen de bouwplaats en kantoor.

Fase 3 en 4

In de derde fase zitten bedrijven die niet alleen op kantoor de processen volledig gedigitaliseerd hebben, maar ook daarbuiten. Deze bedrijven maken gebruik van IoT (Internet of Things) om data automatisch te verwerken. Om onderling snel informatie te delen en gegevens bij de bron te registreren worden speciale apps gebruikt. Alle data is direct inzichtelijk voor het hele bedrijf. Hiermee geven bouwbedrijven de productiviteit een boost, aangezien bouwpersoneel veel onderweg is of werkzaam op een bouwplaats behoorlijk wat kilometers van het kantoor.

In de vierde en laatste fase bevinden zich eigenlijk nog maar weinig bouwbedrijven. In deze fase wordt de digitalisering ‘voltooid’. Deze bedrijven hebben niet enkel hun administratie gedigitaliseerd, maar zetten ook artificial intelligence in om processen nauwkeuriger en sneller in te richten. Data wordt als het ware ingezet als voorspellend mechanisme en doet daarmee het werk voor je.

Digitaal fundament

Veel bedrijven werken al met geavanceerde technologieën als het Bouwwerk Informatie Model (BIM), maar voeren nog altijd een papieren administratie en personeelsplanning. Deze bouwbedrijven slaan als het ware een fase over waardoor een digitaal fundament ontbreekt. Dat is opvallend, niet alleen omdat uit het rapport van Canon blijkt dat een efficiëntere werkvoorbereiding juist een van de grootste uitdagingen vormt (67%) maar ook omdat een digitaal fundament ervoor kan zorgen dat geavanceerde systemen nog beter renderen.

Digitalisering werkt pas optimaal als het in alle facetten van een organisatie wordt doorgevoerd. Met name bij de werkvoorbereiding en realisatie werkt men veel met papieren tekeningen: 75% van de respondenten uit het Canon-onderzoek zegt dit altijd, meestal of regelmatig te doen. Bedenk hierbij ook dat 98% papier gebruikt in de verschillende trajecten van het bouwproces, variërend van soms tot altijd. Daarbij kan je je voorstellen dat het praktischer is om personeel eerst te laten wennen aan een digitaal planningssysteem, dan ze meteen een complex BIM-systeem onder de neus te duwen.

Bij veel bedrijven is het besef geland dat de digitalisering noodzakelijk is, maar de focus is niet altijd gericht op de eerste stap: een digitale basis. De vuistregel is eigenlijk: eerst kruipen, voordat je gaat rennen.